Het belang van de kust
In de oorlogsjaren bouwde de Duitse bezetter aan één stuk door aan fortificaties in de duinen op Voorne-Putten. Het eerste oorlogsjaar was dit vooral voor kustbewaking tegen bijvoorbeeld geallieerde commando’s, in de latere oorlogsjaren draaide dit om naar kustverdediging. De krijgskansen keerden en de Duitse Wehrmacht verwachtte een geallieerde invasie, ergens op de Europese kust. Houten onderkomens werden uitgebouwd tot bunkers met muren van soms wel drie meter dik en kanonnen werden ondergebracht in bomvrije geschutsbunkers. Hoewel de invasie nog tot 1944 op zich liet wachten, bombardeerden de geallieerden wel onophoudelijk Duitse steden en militaire knooppunten. Om Europa te verdedigen tegen deze bombardementen maakten de Duitsers gebruik van radartechnologie. Langs de Europese kust kwamen radars te staan die geallieerde vliegtuigen al vroeg konden detecteren waarna Duitse jagers er op af konden. Ook Oostvoorne werd gekozen als plek voor zo’n radarstelling: de radarstelling ‘Biber’.

De Stelling Biber
De radarstelling Biber was in 1943 volledig uitgebouwd. Zo’n 97 bunkers/bouwwerken werkten nauw samen in de luchtoorlog. Het centrale punt was de Biberbunker waar alle radargegevens samen kwamen en waar officieren via radioverbindingen Duitse nachtjagers richting de geallieerde luchtvloot konden sturen. 

We delen de ontwikkeling van de Biberstelling in de volgende onderdelen in:

(I) “van de Stelling Biber” de periode 1940 – 1942 :
de invasie en de gevolgen voor Oostvoorne

(II) “van de Stelling Biber” de periode 1943 – 1945 :
de uitbreiding van de bunkerbouw,
het ontstaan van de Biberbunker en het functioneren van de Stelling Biber

(III) “van de Stelling Biber” de periode 1945 en daarna :
de functie van de Biberbunker/stelling na de bezetting

(IV) “van de Stelling Biber” de periode van 1959 e.v :
de Biberbunker als onderdeel van de Bescherming Bevolking